Inhoudsopgave
• Kort
• Bestuur Waterstaatkundige Stichting Gemaal Limmen 1879
Van de voorzitter
Het jaar 2022 is weer heel dynamisch verlopen. Aan het gebouw werd gewerkt, aan de installatie en de stroomvoorziening, de kammen en de exposities.
Een handvol projecten en alles is uitgevoerd.
Maar het belangrijkste zijn en blijven onze vrijwilligers die zorgen voor de exposities en het onderhoud van het gebouw en de vijzelinstallatie.
Helaas zijn er in het afgelopen jaar vier vrijwilligers overleden die langdurig geholpen hebben om dat te doen wat we met ons allen doen om het Museum Gemaal 1879 goed te laten functioneren.
Jeanne van Duijn, Dick Kruk en Fons Kok. Zij begeleidden vele jaren de exposities en bij grote groepen bezoekers sprongen ze bij. Siem Konijn die vele jaren zijn vakmanschap gebruikte voor het isoleren en het onderhoud van het gebouw. Hun namen zullen altijd aan het Museum Gemaal 1879 verbonden blijven.
En ook Lia Vriend, de drijvende kracht en medeoprichter van de Stichting Oer-IJ en Willem Kos, de laatste professionele machinist van het Groot-Limmerpolder Gemaal zijn ons ontvallen.
Het bestuur is hen allen blijvend dankbaar voor wat zij hebben betekend voor het Gemaal.1879.
De projecten
- Aan het gebouw werden de panlatten vernieuwd.
- De stroomvoorziening is veranderd en komt nu rechtstreeks van het openbare net en niet via het gemaal van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). De houten kammen van één van de aandrijfwielen zijn vernieuwd door molenmaker Poland. Het gemaal heeft nu een volwaardige installatie en kan worden ingezet als het HHNK dat nodig acht om overtollig water naar het boezem (het Alkmaardermeer) te pompen. Machinisten (vrijwilligers) kunnen dan de pompinstallatie van het Gemaal aanzetten.
- In het kader van het DELTA-plan, ‘de Ruimtelijke Adaptatie’, is een Pilot-project opgezet met financiële bijdrage van het HHNK en de Rabobank. De polder ‘de Zien’ in Uitgeest en de Castricummerpolder zijn verbonden met de Groot Limmerpolder.
- Voor 2023 staan er andere projecten te wachten. Het voegwerk van de zuidmuur en een kozijn is aan reparatie toe. Met de geweldige onderhoudsploeg komt dit alles prima in orde.
- Verder heeft het HHNK plannen om bij het Gemaal een vistrap aan te leggen. In het verleden is de noodzaak daarvan genoeg gebleken getuige de mislukte pogingen van deze dieren om in de polder te komen.
Vrijwilligers zijn onmisbaar voor het Gemaal en ik blijf het herhalen:
We hebben nog steeds vrijwilligers nodig voor de bezetting van de exposities en ook bestuursleden zijn van harte welkom. U wordt met open armen ontvangen door John, Co, Hans, Greet, Niek, Adrie, Carin, Ciska, Coby, Fred, Hanny, Frits, Maria, Wally, Cor, Ingrid en Koos.
Eervolle vermelding van
Het Gemaal 1879 is aangesloten bij de Nederlandse Gemalen Stichting (NGS). Deze landelijke stichting heeft tot doel oude, vaak monumentale, al of niet werkende gemalen bij elkaar te brengen, een kennisbank te vormen, waarbij de ervaringen van de één de ander van dienst kan zijn. Jaarlijks komen de leden in het voor- en het najaar bij elkaar. Op 4 november vond de bijeenkomst plaats in Breda.
Op de najaars-bijeenkomst worden altijd gemalen in het zonnetje gezet die een bijzondere prestatie hebben geleverd. Wij werden samen met het Hoogheemraadschap beloond met een eervolle vermelding vanwege het opnieuw in (reserve) bedrijf stellen van het Gemaal 1879.
In het kader van de klimaatverandering kan na 32 jaar van museaal draaien het gemaal weer functioneel water verpompen. Mogelijk een optie voor andere gemalen die bij de NGS zijn aangesloten.
Klimaatverandering
Na een intensief overleg tussen het Hoogheemraadschap en onze Stichting werd eind 2021 een overeenkomst getekend voor het operationeel maken van het gemaal. Doel is dat wij extra bemalingscapaciteit leveren als het nood geeft en er meer dan normaal regenwater afgevoerd moet worden. Het Hoogheemraadschap kan ons dan vragen om met het gemaal bijstand te verlenen.
Als dat zich voordoet zal het gemaal enkele dagen aaneengesloten moeten draaien. Dat betekent dat er dan ook bemensing moet zijn om dit te begeleiden. Daarvoor hebben we in wisseldienst 10 personen beschikbaar. Deze vrijwilligers hebben zich deels aangemeld toen hen bleek dat onze Stichting die taak op zich wilde nemen, deels waren ze reeds vrijwilligers bij het gemaal. Voor zover ze al bij onze Stichting functioneerden hadden ze ervaring opgedaan met het pompen op de zondagen. De werking van de techniek was hen bekend. Waar het nieuwe vrijwilligers betrof moest hen de werking van het gemaal worden aangeleerd. De groep is daarvoor enkele keren bij elkaar geweest om de werking te verduidelijken en de scenario’s door te nemen die ons mogelijk te wachten staan als het zover is. In het hele jaar 2022 heeft zich echter geen situatie voorgedaan waarbij onze hulp noodzakelijk was.
Het is nu afwachten wat het jaar 2023 ons gaat brengen.
Stroomperikelen
In de vorige twee jaaruitgaven van deze nieuwsbrief is de geschiedenis van het gemaal beschreven vanaf de stichting in 1879 totdat het overging van een stoommachine naar een elektromotor, die de aandrijving voor zijn rekening nam. Het gevolg was dat het stoomgemaal zijn taak zou verliezen door de bouw van twee nieuwe gemalen in de Groot Limmerpolder.
De kolenschaarste bracht het bestuur in mei 1918 tot het besluit door de firma Duyvis een onderzoek te laten doen naar elektrische bemaling. In september van dat jaar besloot het bestuur definitief om te elektrificeren en de stoommachine de deur uit te doen. Eind april 1919 werd de motor afgeleverd. Op 21 mei trokken Gedeputeerde Staten (G.S.) echter de verleende vergunning tot elektrificatie van het gemaal in. De reden hiervan was dat door het aflopen van de Eerste Wereldoorlog in november 1918 de dringende noodzaak voor het project vervallen was en het PEN de elektrische aandrijving van de vijzel qua stroomverbruik onvoordelig beoordeelde. Het PEN vond dat de vijzel door een schroefpomp moest worden vervangen. De polder berichtte van zijn kant aan G.S. dat de voorbereidende werkzaamheden reeds veel te ver gevorderd waren om de plannen terug te draaien. G.S. lieten het er toen maar bij zitten.
Enkele jaren later, in 1923, vroeg de bemaling opnieuw de aandacht. De polder betaalde in vergelijking met andere polders een hoog elektriciteitstarief zeker als er in een droog jaar maar weinig werd gemalen. Dit vormde aanleiding tot onderhandelingen met het PEN. Deze bleek bereid een gunstiger tarief te hanteren, maar eiste dan wel het stilzetten van de Noordermolen zodat het gemaal niet slechts als een soort reserve werd gebruikt bij weinig wind en/of groot waterbezwaar. Tijdens het overleg kwam ook naar voren dat de polder veel kon besparen door de Noordermolen van een elektrische hulpaandrijving te voorzien of door een elektrisch gemaal te vervangen. Het PEN zette alle mogelijkheden in een uitgebreid rapport op een rijtje. Uiteindelijk werd echter een andere oplossing gevonden voor de tariefkwestie in de vorm van een garantieregeling waarbij de polder zich tot een bepaalde minimum afname verplichtte. Naar aanleiding van inrichting van een onderbemaling in Overdie, kwam echter in 1932 opnieuw het stoppen met de windbemaling ter sprake. De molen werd bovendien maar weinig gebruikt en als men hem wegdeed kon wellicht een lager stroomtarief bedongen worden. Weer kwam een compromis uit de bus. Het PEN bleek bereid de minimumafname te schrappen op voorwaarde dat de Noordermolen uitsluitend nog gebruikt zou worden bij ernstig waterbezwaar. Die beperking verviel in 1936, waarbij mogelijk meespeelde dat het PEN toen de nodige concurrentie van goedkope dieselgemalen ondervond. Ook de polder overwoog even op dieselmotor-aandrijving over te stappen en liet de Vereniging van Noord-Hollandse Waterschappen hiernaar een onderzoek uitvoeren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het natuurlijk een voordeel dat de polder nog over een windmolen beschikte. Wel klaagde de molenaar in de herfst van 1941 dat hij geen petroleum of kaarsen voor verlichting kon krijgen, een probleem omdat de molen niet op het lichtnet was aangesloten. Daarom ging de polder over tot de aankoop van een “windcharter” met bijbehorende accu’s.
De Castricummerpolder, die naast een molen afhankelijk was van een dieselgemaal, verzocht voorts in het najaar van 1941 bij zware regenval op de polder te mogen lozen. Dit omdat uiterste zuinigheid met dieselolie betracht moest worden. Het bestuur ging hiermee akkoord en verkreeg in dat geval van het PEN verruiming van het elektriciteitsrantsoen. In 1943 kreeg men te maken met de aanleg van een tankgracht in het gedeelte van de polder bewesten de spoorweg. Het polderbestuur werd hier niet in gekend. Gelukkig bleken de Duitse militairen voor rede vatbaar. Wel moest er één enkele contactpersoon komen voor zowel de Groot Limmer- als de Vennewaterspolder waarin de tankgracht zich verder voortzette. De laatste winter in wereldoorlog 2 was bijzonder moeilijk. Het regende in de herfst van 1944 langdurig. Bovendien kon de elektriciteitsvoorziening niet worden volgehouden. De waterstand in de polder liep ongekend hoog op. Tot overmaat van ramp werd ingebroken in het gemaal. De dieven gingen er met een stuk van de aandrijfriem vandoor.
Na de oorlog vroegen diverse polderwerken om aandacht. De molen was aan groot onderhoud toe en de provisorisch herstelde aandrijfriem van het gemaal moest worden vervangen. Alleen met dit laatste was al fl 2.000,- gemoeid. In 1957 is nog eens, en toen voor de laatste maal, overwogen een hulpgemaal, elektrisch dan wel op diesel aangedreven, in de Noordermolen te plaatsen. Men vond de kosten te hoog en het kwam er nooit meer van.
Bovenstaand verhaal, in het licht geplaatst tegen de perikelen rond energie van heden ten dage, geeft een prachtig beeld van hoe we in de loop van de tijd zwalkten tussen velerlei uitersten.
C. Bosschaart, secretaris
De exposities in een werkend Monument
Tijdens de feestelijke bijeenkomst op zondag 3 april werd de expositie van Gemma Distelbrink geopend door Klazien Hartog, Hoogheemraad van het waterschap HHNK. Driemaal is scheepsrecht dus voor Gemma, die i.v.m. met de Covid-19 restricties, twee eerder geplande exposities in het water zag vallen. Er zijn t/m 29 mei met de expositie ‘Oersnavels en Bollenprikken’ op de zondagen en tijdens het Molen-en Gemalenweekend, de Kunstroute en de Oer-IJ expeditie ruim 380 bezoekers langs geweest.
Het incident met de verdwenen en later weer gevonden bollenprik, haalde de pers. De inmiddels verdwenen bollenprikken als aanduiding voor de vaargeul bij Texel, zijn te zien in de film ‘Silent Tides’.
Op Goede Vrijdag 15 april werden 20 mensen uit het Westland rondgeleid, die met hun camper een verrassings-puzzletocht hadden georganiseerd.
De wandelaars op Hemelvaartsdag 26 mei kwamen uit o.a. IJmuiden, Heiloo, Etten, Ede, Heemskerk, Heerhugowaard, Anna Paulowna en Hoorn.
De expositie van Cor Spil van 5 juni t/m 31 juli deed de titel ‘Zon en Water’ eer aan, niet alleen door de weersomstandigheden, maar ook door zijn beelden en schilderijen. In totaal kwamen ongeveer 120 bezoekers kijken in het Gemaal, luisteren naar de uitleg van de maaltechniek en op de zolder-verdieping naar de geschiedenis van het Oer-IJ.
Vanaf 7 augustus t/m 25 september exposeerde Hannie Poelmeijer met keramiek en waren er schilderijen te zien van Leo Poelmeijer. Inclusief de bezoekers tijdens de Open Monumenten Dagen op 11 en 12 september werden ongeveer 140 personen geteld.
Een reactie van een bezoekend echtpaar:
Zo vaak langs gereden en nu van binnen gezien. Heel leuk en leerzaam.
Op de eerste zondagen van de maand, evenals tijdens de OMD werden ‘ommetjes’ of fietstochten georganiseerd door de lokale Oer-IJ gidsen Judith Hollenberg en Hein Dil. Zij vertellen verhalen over de ontstaansgeschiedenis van het landschap in Akersloot. Op de zolderverdieping zijn tijdens de openingsuren op zondag Oer-IJ gidsen aanwezig die mede aan de hand van kaartmateriaal en hun kennis bezoekers meenemen in de historie van het gebied tussen Alkmaar, Zaanstad en Beverwijk.
Janny van Hoven heeft gezorgd voor de posters en uitnodigingen, die ook te zien zijn op de website die door Joep Bär wordt beheerd. Mede door hun enthousiasme en dat van de vrijwilligers die graag het verhaal van het Gemaal vertellen, evenals de Oer-IJ gidsen en alle publiciteit, hebben ongeveer 640 bezoekers zich laten informeren.
We kijken wij terug op een geslaagd seizoen 2022.
Met dank aan exposanten en vrijwilligers,
Greet Blokker en Ciska Velzeboer, expositites
Kort
- 29 basis- en VO scholen in de regio zijn aangeschreven om in het lesprogramma van de klimaatbeheersing het Museum Gemaal 1879 te bezoeken.
- Het OER-IJ start vanuit het Gemaal elke 1e zondag van de maand een rondwandeling. Aanvang 13.00 uur. Klik voor details
- De bliksembeveiliging is gecontroleerd en in orde bevonden.
Bestuur Waterstaatkundige Stichting Gemaal Limmen 1879
John Wissenburg: voorzitter
Co Bosschaart: secretaris
Hans van der Eng: penningmeester
Greet Blokker: vicevoorzitter en exposities
Ciska Velzeboer: exposities
Niek Beentjes: redactie Nieuwsbrief