Inhoudsopgave
Bezoekers en exposanten in 2011
Niek Beentjes interviewt zichzelf
Het schuurtje
Op 1 oktober 2011 zijn we begonnen met de sloop van de oude schuur.
Met vereende krachten werd op zaterdagmorgen de sloop ter hand genomen. Eerst de pannen eraf, want die moesten hergebruikt worden, voorzichtig werden ze binnen neergezet. De rest van de schuur lag al gauw plat, toen begon het bikken van de stenen. Wat viel dat tegen! De kalkspecie moest er bijna afgeschraapt worden, zo vast zat het. Dat duurde veel langer dan gedacht, maar Niek en Co hadden een en ander krachtig ter hand genomen. Niek heeft nog een flinke hoeveelheid stenen aangevoerd die gebruikt zullen worden voor het trasraam.
Begin december kwam VBK, de aannemer. De bekisting werd gesteld, de wapening aangebracht en op 13 december kwam in alle vroegte een betonmixer, voorzien van een betonpomp, de fundatie storten. We waren om 07.00 uur ter plaatse en 10 minuten later begon de pomp te draaien. Om 07.30 was het beton gestort en een half uur later afgewerkt. Om 08.30 uur waren we weer thuis.
Drie dagen later was de bekisting alweer verwijderd en zou het stellen van de kozijnen en profielen voor het metselwerk kunnen beginnen, ware het niet dat het werk door vorst en sneeuw niet kon plaatsvinden.
Toch streven we er nog steeds naar om eind maart de pannen op het dak te hebben.
De nieuwe installatie
Het was op een zondag in mei dat ik, tijdens de rondleiding, mijn verhaal deed tegen een echtpaar met kinderen over ons gemaal toen de vader van deze kinderen mij vroeg of ik het gemaal even kon laten draaien.
Ik vertelde hem dat we het gemaal niet meer draaiende konden krijgen omdat de printplaten van de elektrische installatie niet meer voor 100% functioneerden en we de motor niet meer konden starten.
Hij vroeg of hij deze installatie mocht zien en herkende meteen de elektromotor uit 1919 en schakelapparatuur die ruim 20 jaar in gebruik was.
De man werd enthousiast en had verstand van elektriciteit, dat was mij al gauw duidelijk. Ik vertelde hem dat we een offerte gevraagd hadden bij een bedrijf in Uitgeest. De kosten zouden ruim € 7000,- zijn en dat geld hadden we niet. Hij keek mij aan en vroeg om mijn telefoonnummer; hij zou eens verder kijken.
Een paar dagen later belde hij of hij met een oud-collega langs mocht komen. Natuurlijk was dat goed! Samen met Niek Beentjes ontvingen we de beide heren. Ze vroegen waar de spanning van 380-400 volt vandaan kwam, er werd gediscussieerd over frequenties en ze dachten dat zij wel iets voor ons zouden kunnen betekenen.
Een week later kwamen ze met een frequentie-regelaar die provisorisch werd aangesloten en opeens begon het gemaal bijna geruisloos te draaien. Prachtig om dat geluid weer te horen, we waren laaiend enthousiast! Nu moest de apparatuur nog gemonteerd worden en aangesloten, dat gebeurde in de weken daarna en eind juli kon het pompgemaal weer draaien. Wat waren we blij.
Radio Noord-Holland werd gebeld en op een donderdagmorgen in augustus kwam Bart Breuking. We mochten op de radio onze dank uitspreken voor de hulp van Schneider Elektronicsdie de apparatuur leverde en de installateurs ing. Arnold Kolk en ing. Hidde Mandemaker die het gemaal weer aan de praat kregen.
Tijdens de bestuursvergadering werd besloten dat de beide heren levenslang lid van verdienste zullen zijn van onze Stichting en voor altijd gratis toegang zullen hebben.
John Wissenburg, voorzitter
Bezoekers en exposanten in 2011
Citaten uit het gastenboek:
- Wat vrijwilligers tot stand kunnen brengen. Indrukwekkend. Dat zo een beeld van het verleden voor de toekomst bewaard blijft.
- Voor de eerste keer in het gemaal, heel leuk.
Het was deze zomer niet echt fietsweer en dat was te merken aan het aantal bezoekers. Ongeveer 600 bezoekers telden we, waarvan 150 mensen hun bezoek brachten tijdens de Wandel4Daagse Alkmaar op 17 juni en tijdens de Open Monumenten Dagen op 10 en 11 september.
De exposities van Mireille Moya met schilderijen, van Thea de Lange met textiel en van Olga Tsigankova, Tonny en Ed Beek met schilderijen en beeldend werk werden zeer gewaardeerd.
Namens het bestuur een woord van dank aan de vrijwilligers en de exposanten voor hun inzet.
Greet Blokker
Fielkerweg
Als je zo wat stenen moet bikken voor de herbouw van de schuur bij ons gemaal, dan wil je ook wel eens wat beter om je heen kijken.
Daarbij viel het een van onze bestuursleden op dat de lantaarnpaal naast de Geesterweg bij het gemaal fraai was uitgerust met een nieuw straatnaambordje. Maar het viel hem ook op dat de straatnaam niet overeenkwam met de naam die al sinds jaar en dag voor het adres van het gemaal wordt gebruikt. Wij, maar ook onze voorgangers, hebben als adres altijd gebruikt Fielkerweg 4, maar het bordje aan de lantaarnpaal vermeldt nu Klein Dorregeest.
We hebben de gemeente gevraagd hoe dat zit. Ook daar werd gesteld dat het adres van het gemaal Fielkerweg is, maar dat de adressen aan de andere kant van de weg Klein Dorregeest luiden. Zij moesten het met ons eens zijn dat het toch enigszins eigenaardig is. Waarschijnlijk zit het in het feit dat de weg en onze overburen vroeger in de gemeente Uitgeest lagen en na een grenscorrectie bij Akersloot zijn gevoegd. Het gemaal werd in de oude situatie qua adres geacht te staan aan de meest nabij gelegen weg binnen de gemeente Akersloot, zijnde de Fielkerweg. Wij hebben de gemeente gevraagd duidelijkheid te scheppen in deze verwarrende naamgeving, maar men heeft nog niet van zich laten horen. We zullen maar zeggen „wordt vervolgd”.
Co Bosschaart, secretaris
Niek Beentjes interviewt zichzelf
Laten we Niek Beentjes eens interviewen, zei een bestuurslid tijdens een vergadering van het Gemaal 1879, want die voert zijn hobby al van het begin af aan uit. Da’s een goed idee, zo’n kans mag je nooit voorbij laten gaan zei heel alert een ander bestuurslid. Nou wil het geval dat ik ook deel uit maak van dat bestuur en in deze vergadering uiteraard ook aan de bestuurstafel zat. Alle tien ogen keken mijn kant op. Tegen zoveel groepsvorming is geen kruit gewassenantwoordde ik. Stilte aan de tafel, daarna sprak ik het verlossende woord: Ok.
Ik was aanwezig op 15 december 1990, toen in de TURBO 2000 in Uitgeest het gemaal voor de somma van één gulden werd overgedragen aan het bestuur van de Waterstaatkundige Stichting Gemaal Limmen 1879. Kortweg Gemaal 1879.
Na mijn schoolopleidingen in 1952 ben ik als scheepswerktuigkundige gaan varen bij de Stoomvaartmaatschappij Nederland te Amsterdam. Het schip met de lading van A naar B brengen en mede zorgen dat alle techniek aan boord gladjes verloopt. Reparaties en onderhoud.
Werken doe je aan boord zeven dagen per week, of je nu vaart of aan de kade of op ree ligt.
Toch waren er in de schaarse vrije tijd excursies naar belangrijke locaties gepland.
Nadat we in 1955 duizend moslim-gelovigen vanuit Djakarta naar Djedda, de haven van Mekka, gebracht hadden, wachtten we in Suez totdat de plechtigheden voorbij waren. Daar was tijd en gelegenheid om o.a. het Stedelijk, de grote moskee en de piramiden in Gizeh, nabij en vanuit Cairo, per kameel te bezoeken. Hoog in de piramide van Cheops konden we de graftombe bekijken.
Ook het Suez- en Panamakanaal zijn kunstwerken die je niet snel vergeet. De geuren van bepaalde steden en landen blijven je altijd bij. En ook het inzicht dat Nederland t.o.v. veel andere landen een rijk land is.
In 1960 besloot ik te solliciteren naar Hoogovens waar ik in de kwaliteitsafdeling mijn werk uitvoerde.
In de zeventiger jaren ging Hoogovens over tot het automatiseren van de gegevensverwerking, waar ik al snel bij betrokken raakte. Via ponskaarten, ponsbanden, telexen en beeldbuizen, allen gekoppeld aan en aangestuurd door computers, heb ik een bijzondere tijd gehad in de projectontwikkeling voor de automatische verwerking van allerlei soorten en waarden van gegevens. Een zeer interessante tijd met snelle ontwikkelingen in de computerbranche en met leuke collega’s.
Nu doe ik nog steeds leuke dingen o.a. bij het Gemaal en heb samen met onze vrijwilligers gezorgd dat er licht, verwarming, sanitair en waterleiding in het gemaal is en dat het technisch gedeelte goed blijft draaien.
Ik hoop dit werk nog lang te kunnen blijven doen.